Leidt het kortdurend opvangen van dakloze EU-burgers tot duurzaam herstel?

Zes gemeenten in Nederland hebben in 2023 middelen gekregen vanuit het ministerie van VWS om een pilotopvang in te richten voor dakloze EU-burgers en meer begeleiding te bieden aan deze doelgroep. Dit was onderdeel van het Plan van Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers. Significant Public heeft, in opdracht van het ministerie van VWS, de zes pilots geëvalueerd en gekeken naar de effectiviteit van de gekozen aanpak.

Wat doen de pilotgemeenten?

De inrichting van de pilots is gevarieerd. De zes gemeenten hebben ieder voor een eigen aanpak gekozen. Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven kozen voor het inrichten of uitbreiden van opvangplekken specifiek gericht op de doelgroep. In de andere twee gemeenten, Den Haag en Venlo, kunnen dakloze EU-burgers terecht in bestaande opvanglocaties of hotels. De duur van de opvang verschilt (van een week tot zes maanden) en is vaak afhankelijk van de doelgroep waar de opvang zich op richt. Alle gemeenten vangen voornamelijk EU-burgers op die gemotiveerd zijn om te werken aan herstel. De opvangduur is vaak langer als men ervoor kiest ook dakloze EU-burgers met multiproblematiek, zoals middelenverslaving of psychische problematiek, op te vangen. Tot slot zien we dat de gemeenten met de pilotmiddelen ook de begeleiding van EU-burgers binnen en buiten de opvang intensiveren.

Leidt de opvang tot herstel van dakloze EU-burgers?

De resultaten van de pilot zijn veel belovend. Tussen de 52 en 68 procent van de EU-burgers stroomt, na opvang, uit naar werk of keert vrijwillig terug naar land van herkomst.

Wat zien we verder in de evaluatie?

  • Het succes van de pilots ligt in een combinatie van opvang en begeleiding. Een separate, bij voorkeur 24-uurs-opvang voorziet in een stabiele basis en biedt dakloze EU-burgers ruimte om stappen te zetten naar herstel;
  • De positieve uitstroom betekent niet per se dat de dakloze EU-burgers ook duurzaam uitstromen. De EU-burgers stromen vaak uit naar werk dat gekoppeld is aan huisvesting (en zorgverzekering) wat het risico met zich meebrengt dat zij opnieuw dakloos raken wanneer ze de baan verliezen. Terugkeer naar land van herkomst kan enkel duurzaam zijn als in het land van herkomst een netwerk en verdere hulp is;
  • Taal- en cultuurherkenning vanuit uitvoeringsprofessionals dragen bij aan een goede begeleiding van dakloze EU-burgers.
Meer weten?

Neem contact met ons op of lees hier het rapport.

Bijlage

Kamerbrief over aanpak dakloosheid | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl