Naar een centrum van leren en ontwikkelen

werk en ontwikkeling

Wij geloven dat sociaal ontwikkelbedrijven een belangrijke rol kunnen blijven spelen om mensen effectief aan het werk te helpen. Ons adagium daarvoor is strategisch(er) samenwerken in de hele keten. Hoe dat eruit kan zien, beschrijven wij met een drietal toekomstvisies voor gemeenten, ontwikkelbedrijven én ketenpartners. In de eerste blog zijn we ingegaan op de context van financiële uitdagingen. De blog daarna bevatte de toekomstvisie strategisch koersen vanuit vertrouwen. Deze blog bevat toekomstvisie 2: een centrum van leren en ontwikkelen. 

‘Van school naar duurzaam werk’ als katalysator 

Recent is de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ aangekondigd. Het kabinet constateert dat jongeren met een onzekere arbeidsmarktpositie onvoldoende begeleiding ervaren bij de overgang van school naar werk. Zo weten bijvoorbeeld jongeren niet goed de beschikbare hulp naar werk te vinden, richten scholen zich vooral op het geven van onderwijs (tot aan het diploma) en komt de sociale dienst vaak pas in actie na diplomering. Met de nieuwe wet wil het kabinet stimuleren dat jongeren met een kwetsbare positie betere begeleiding krijgen bij de overgang van school naar werk, en bij het behouden van werk. Het wetsvoorstel bevat een viertal maatregelen die hieraan bijdragen:  

  1. Vso-, pro- en mbo-instellingen bieden aanvullende loopbaanbegeleiding tijdens het onderwijs en na diplomering;  
  2. Uitbreiding van de doelgroep van het Doorstroompunt, dat jongeren zonder startkwalificatie begeleidt naar school of werk; 
  3. Gemeenten bieden jongeren meer preventieve en passende ondersteuning voor school en/of werk; en 
  4. Partijen werken verplicht samen in een regionaal programma.   

Hoewel het wetvoorstel zich richt op jongeren tot 27 jaar, zien wij in dit voorstel een kans om een toekomstbestendige infrastructuur neer te zetten die mensen van álle leeftijden ondersteunt om te leren en ontwikkelen. Het voorstel biedt bij uitstek de mogelijkheid voor sociaal ontwikkelbedrijven om zich door te ontwikkelen tot een centrum van leren en ontwikkelen 

Een centrum van leren en ontwikkelen 

Het centrum van leren en ontwikkelen is een verregaande integratie of samensmelting van ontwikkelbedrijf en onderwijsinstelling(en). Het centrum biedt kansen om de versnippering tussen school en (begeleiding naar) werk op te lossen en om synergievoordelen te behalen die de kwaliteit van beide taakgebieden ten goede komt. Het centrum is daarmee gespecialiseerd in het opleiden én begeleiden van kwetsbare inwoners.  

We illustreren nu hoe dit centrum van leren en ontwikkelen eruit kan komen te zien. Voor de duidelijkheid onderscheiden we in dit blog nog de opleidingstak van het centrum (de voormalige onderwijsinstelling) en de werktak van het centrum (het voormalige sociaal ontwikkelbedrijf), terwijl deze in de praktijk sterk met elkaar verweven zullen zijn.  

Het centrum zal voordelen bieden voor de scholieren/werknemers zelf. Vso/pro-scholieren in de opleidingstak van het centrum proeven al snel na de start van hun opleiding aan het werkzame leven, door middel van werkstages bij verschillende werksoorten in de werktak van het centrum, maar ook daarbuiten. Zo kunnen zij al in een vroeg stadium van de opleiding een interessante ‘specialisatie’ kiezen – waarmee ze de juiste erkende certificaten behalen en vaardigheden opdoen die nodig zijn voor het latere werk. Na verloop van tijd neemt het aandeel onderwijs af en het aandeel werken geleidelijk toe. Zo is die overgang vrijwel naadloos. Ervaren doelgroepwerknemers krijgen vervolgens meer doorgroeimogelijkheden. Naast voorman/-vrouw binnen de werktak, kunnen zij ook doorgroeien tot stagebegeleider of ondersteuner in de opleidingstak. Ook kunnen zij naast hun werk een mbo-vakdiploma behalen ter bevordering van uitstroom naar regulier werk. Dit maakt het werken ook voor hen meer afwisselend en uitdagender. Voor wie doorstroom niet mogelijk is, blijft de (binnen)werkomgeving gewoon beschikbaar. Door dit alles is het imago van de werktak positiever dan het imago dat sociaal ontwikkelbedrijf nu heeft onder de doelgroep. 

Het werk van de niet-doelgroep in het centrum verandert mee. De jobcoaches die nu bij de gemeente of het ontwikkelbedrijf werken, worden straks mentoren in de keten van leren en ontwikkelen. Dit mentorschap begint tijdens de opleiding van een scholier en loopt in het werkzame leven (zo lang als nodig) door. De mentoren zijn een vast aanspreekpunt voor de scholieren/werknemers rondom school en carrière, en staan samen met de docenten en werkleiders om hen heen. De mentoren ondersteunen hen ook in de eerste tijd na uitstroom naar een reguliere baan. Door de brugfunctie van de mentor wordt meer arbeidspotentie ontsloten en daalt de afstand tussen ontwikkelbedrijf en reguliere werkgever. 

Het centrum van leren en ontwikkelen biedt ook financiële toekomstbestendigheid. Ten eerste kan het centrum financieringsbronnen (uit de opleidingstak en de werktak) bundelen. Ten tweede worden dubbele kosten voorkomen: scholieren doorlopen al tijdens de opleiding de nodige voortrajecten en proefplaatsingen. Ten derde is de veelzijdige expertise van het centrum te vermarkten: het centrum kan bijvoorbeeld cursussen aanbieden (aan reguliere werkgevers) over begeleiding van doelgroepmedewerkers. Tot slot neemt de instroom van werknemers in de werktak naar verwachting toe door de integratie, waardoor de uitstroom van Wsw’ers wordt opgevangen.  

Eerste stappen richting het centrum 

Een centrum van leren en ontwikkelen is een toekomstbeeld van de lange adem. Maar zoals bij iedere verandering geldt ook hier dat grote sprongen beginnen met kleine stappen. Welke stappen in de goede richting kunnen ketenpartners nu al zetten? 

Allereerst is een nauwere (regionale) samenwerking tussen sociaal ontwikkelbedrijf en onderwijs nodig. Voordat je kunt integreren, moet je naar elkaar toe groeien. Dit vraagt om goede, werkbare afspraken. In de praktijk hebben ontwikkelbedrijf en onderwijsinstelling hun “eigen” doelgroepen en afbakening van taken of geografie. Door vanuit een gezamenlijke opdracht van leren en ontwikkelen te gaan redeneren moet het mogelijk zijn om over deze grenzen heen te stappen. Hierbij is ook vertrouwen in deze koers nodig vanuit de betrokken gemeenten (zie vorige blog). 

We noemen enkele concrete voorbeelden van hoe een nauwere samenwerking kan uitwerken. Sommige regio’s zijn hier ook al mee bezig. We denken aan pilots waarin de onderwijskennis van scholen wordt gecombineerd met praktische werkervaring in het ontwikkelbedrijf. Waar mogelijk levert dit dan ook een erkend diploma op. Bijvoorbeeld kunnen speeddates of snuffelstages worden georganiseerd, zodat leerlingen alvast kennismaken met het ontwikkelbedrijf. Omgekeerd kunnen ontwikkelbedrijven dan beter aansluiten op de behoeften van deze groep in het arbeidsproces. Docenten en praktijkbegeleiders zijn samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze scholieren en om te borgen dat het onderwijsaanbod aansluit op de behoeften van (reguliere) werkgevers.  

Daarbij is van belang dat de initiatieven telkens goed worden geëvalueerd op effectiviteit en schaalbaarheid. Je leert van fouten en behoudt de werkzame elementen. De volgende stap is dan bijvoorbeeld het uitbreiden van de pilots en uitwisselingsprogramma’s van personeel. Op deze wijze werk je stap voor stap toe naar de gezamenlijke basis die nodig is voor het centrum van leren en ontwikkelen. 

Wat nog komen gaat  

Met deze blog hebben we een toekomstvisie neergelegd gericht voor een toekomstbestendige inrichting van de keten van leren en ontwikkelen. Het vorige blog richtte zich op de relatie tussen gemeente en ontwikkelbedrijf. In het volgende en laatste blog werken we een visie uit over de rol van reguliere werkgevers in deze keten. Tot volgende week!