Publieke en private ondersteuning naar werk voor zieke en arbeidsongeschikte werknemers

In Nederland zijn werkgevers verantwoordelijk om hun (ex-)werknemers te ondersteunen naar werk vanuit de Ziektewet (ZW) en de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Werkgevers kunnen in het zogenoemde hybride stelsel kiezen of zij deze “dienstverlening” afnemen bij UWV (publiek) of zelf organiseren (privaat). Zelf organiseren heet eigenrisicodragerschap. Eigenrisicodragers kunnen de dienstverlening naar werk binnen het bedrijf regelen, of uitbesteden aan een private verzekeraar en/of gespecialiseerde bedrijf. Significant APE heeft samen met Epsilon Research onderzoek uitgevoerd naar de dienstverlening binnen het hybride stelsel. 

Uit ons onderzoek Dienstverlening in de hybride markt voor ZW en WGA volgt dat de meeste stappen in het ondersteuningsproces van verzekeraars de afgelopen jaren weinig zijn veranderd (ten opzichte van ons vorige onderzoek uit 2018). UWV en private partijen verschillen ook niet veel in aanpak. Wel is de werkwijze de afgelopen jaren gestaag doorontwikkeld.  Professionals geven aan dat de werknemer meer centraal is komen te staan en dat menselijke maat meer de norm is geworden.

We zien verder dat de meeste mensen in de Ziektewet snel weer aan het werk komen,  al dan niet als gevolg van de dienstverlening. Tegelijkertijd heeft 35% van de mensen heeft vijf jaar na instroom in de Ziektewet geen baan én geen uitkering op grond van de werknemers- of volksverzekeringen (AOW, WW, arbeidsongeschiktheid of Ziektewet). De kans is groot dat zij een kwetsbare inkomenspositie hebben en/of op de bijstand zijn aangewezen. We hadden geen gegevens beschikbaar om te onderzoeken hoe deze resultaten verschillen tussen werknemers in de publieke versus private kant van het hybride stelsel.

Voor de WGA konden we verschillen tussen publieke en private kant van het stelsel wel onderzoeken. De meeste mensen in de WGA hebben geen baan, ook niet na een aantal jaren. WGA-instromers hebben 5 jaar na instroom 15% kans op een baan in loondienst, zowel aan publieke als private kant. In de eerste jaren is het aandeel werkenden aan private kant wel groter. Een opvallend verschil is dat de kans op een IVA-uitkering (duurzaam volledig arbeidsongeschikt) na 5 jaar aan de private kant (37%) veel groter is dan aan de publieke kant (16%). Dit verschil is groot, maar herkenbaar volgens private dienstverleners.

Tot slot hebben we de onderzocht wat zieke of arbeidsongeschikte werknemers zelf gemerkt hebben van de ondersteuning naar werk. Daaruit blijkt dat de meeste mensen niet meer precies herinneren wie welke ondersteuning heeft geboden. Veel ervaringen worden aan het UWV gelinkt, ook als hun (ex-)werkgever eigenrisicodrager is. Hoe dan ook verschilt het per persoon hoe de ondersteuning wordt beleefd. Onze indruk daarbij is dat (ex-)werknemers van eigenrisicodragers meer uiteenlopende ervaringen hebben dan publiek verzekerden.