Inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo opvallende keuze

Algemeen - zorg

Vanaf 2026 wordt de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo heringevoerd voor alle voorzieningen waarvoor burgers sinds 2019 het abonnementstarief betalen. Dit abonnementstarief is een vast (laag) bedrag per maand. De herinvoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage is door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangekondigd in het kader van de Voorjaarsnota 2023.

Dit nieuws is opvallend: eerder zou de inkomensafhankelijke eigen bijdrage alleen voor Hulp bij het huishouden heringevoerd worden, vanaf 2025. Aanleiding daarvoor was meerjarig onderzoek van Significant Public waaruit bleek dat het abonnementstarief een belangrijke oorzaak is van de stijging van het gebruik van Hulp bij het huishouden, vooral onder middeninkomens en hogere inkomens.

Bij de overige Wmo-voorzieningen – die vallen onder Hulpmiddelen en diensten en Ondersteuning thuis – is er niet zo’n duidelijk verband tussen het abonnementstarief en het voorzieningengebruik. Bij die voorzieningen zijn er weinig particuliere alternatieven voor cliënten. De stijging van het aantal gebruikers is dan ook eerder toe te schrijven aan andere maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de (dubbele) vergrijzing, langer thuis blijven wonen van ouderen en de ambulantisering en wachtlijsten in de ggz. Het is dus onzeker of de herinvoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor Hulpmiddelen en diensten en Ondersteuning thuis leidt tot een lagere druk op deze voorzieningen bij gemeenten, zoals het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeeft.