Monitor vraag en aanbod in inburgeringsmarkt

Algemeen - onderwijs

Het speelveld van de inburgeringsmarkt is met de implementatie van de nieuwe wet inburgering (Wi2021) veranderd. Daarom monitoren wij deze markt, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid(SZW). Wij kijken naar de werking en ontwikkelingen van de inburgeringsmarkt en of de markt voldoende bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen die met de invoering van de Wi2021 zijn gesteld.

Hoe is de match tussen vraag en aanbod op de inburgeringsmarkt?

Aangezien de regie bij de gemeente ligt voor inburgeraars onder de Wi2021 kunnen zij enkel gebruik maken van het aanbod van taalscholen dat bij hun gemeente is gecontracteerd. Het grootste deel van het aanbod is inmiddels gerealiseerd door gemeenten. Het aanbod voor de Z- en de B1-route reikt dan ook tot wat er in de gemeente, en soms binnen de eigen arbeidsmarktregio, beschikbaar is. Dit is anders voor de Onderwijsroute: dit aanbod ligt vaak verder van de woonplaats van de inburgeraar af of is, in sommige gevallen, zelf (nog) niet beschikbaar. Ook is het lastiger dan verwacht om inburgeraars in de juiste route te plaatsen, waardoor er soms een mismatch is.

Draagt de inburgeringsmarkt bij aan de realisatie van de beleidsdoelen?

Net als bij de Onderwijsroute is er nog geen landelijke dekking van de Module Arbeidsmarkt en Participatie en de participatiecomponenten van de inburgering. Hierdoor is het soms een uitdaging om taal en participatie op elkaar aan te laten sluiten en om voldoende maatwerk te leveren. Daarnaast is een vertraging in de instroom van inburgeraars onder de Wi201 bij de inburgeringsscholen ontstaan. Dit kwam onder andere door de tijdelijke stillegging van het inburgeringsproces begin 2022, stagnatie in de huisvesting van inburgeraars in gemeenten en het tekort aan NT2-docenten. Dit staat een tijdige start van de inburgering soms in de weg.

Welke effecten heeft de nieuwe wet op inburgeraars die vallen onder de oude wet en op gezinsmigranten?

Beide groepen moeten hun eigen inburgeringstraject inkopen. Op korte termijn zijn er nog veel aanbieders die de Wi2013-inburgeraars bedienen. Wel betekent het nieuwe inburgeringsstelsel dat aanbieders opnieuw gaan nadenken over hun positionering. Een grote taalaanbieder geeft bijvoorbeeld aan het aanbod voor de Wi2013-groep af te bouwen in gemeenten waar het geen contract heeft gekregen.

Tot slot blijkt uit de monitor dat de inburgeringstrajecten kostbaar zijn voor gezinsmigranten, die dit zelf moeten financieren. Dit kan hun inburgering belemmeren of vertragen. Het vergt de komende jaren nauwkeurige monitoring of de markt zich zo ontwikkelt dat deze optimaal bijdraagt aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de Wi2021.

Benieuwd naar deze rapportage? lees de monitor hier.