Onderzoek naar Goed Opdrachtgeverschap van de Rijksoverheid

Er is vaak veel te doen over externe inhuur door de overheid. Naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer wilde het Rijk onderzoeken hoe het zelf als opdrachtgever hiermee omgaat, specifiek waar het gaat om ‘gelijke beloning’ voor externe arbeidskrachten. Collega’s Carina de Wit, Tamara van Vastenhoven, Else van Renssen en Elliott Thijssen hebben dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van juni 2023 tot maart 2024. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag of en hoe het Rijk haar rol als grote opdrachtgever van externe arbeidskrachten naar behoren invult, specifiek daar waar het gaat om het naleven van wettelijke bepalingen rond ‘gelijke beloning’ van die externe arbeidskrachten.

Samenwerking met Pellicaan Advocaten

De Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) en jurisprudentie leveren een wettelijk kader waartoe het Rijk zich als grote opdrachtgever voor uitzenders, detacheerders en dienstverleners dient te verhouden. Dit wettelijk kader is in samenwerking met Jasper van der voet van Pellicaan Advocaten op een rijtje gezet, toegespitst op de doelen van dit onderzoek.

Onderzoek op het snijvlak van inkoop- en personeelsbeleid

Het onderzoek zoomt in op twee kanten van het Rijk die samenkomen bij het onderwerp inhuur van externen. Enerzijds is de inhuur van externen te zien als een vorm van inkoopbeleid: hoe vertaalt het Rijk haar vraag naar externe arbeidscapaciteit in contracten met uitzenders en andere dienstverleners? En anderzijds is inhuur van externen te zien als een vorm van personeelsbeleid: hoe verhouden de afspraken die het Rijk maakt met haar eigen werknemers zich tot de afspraken die gemaakt worden met externe arbeidskrachten als zij hetzelfde werk doen?

Uit het onderzoek trokken wij de volgende conclusies over het opdrachtgeverschap binnen de Rijksoverheid:

  • Er is eén wettelijk kader, maar er is sprake van versnipperd en divers extern opdrachtgeverschap: daarmee raakt ook de verantwoordelijkheid voor juist belonen van externe arbeidskrachten versnipperd;
  • Het categoriemanagement vervult een nuttige rol in het vermijden van risico’s op ongelijke beloning van externe arbeidskrachten, maar kan een wisselende mate van operationalisering en concretisering niet voorkomen;
  • In het veldonderzoek bleek aan de hand van het wettelijk kader over het algemeen goed vast te stellen waar leiding en toezicht op de externe arbeidskracht lag. Er was wel sprake van ‘grijze gebieden’, wat het voor inhurende managers niet eenvoudiger maakt;
  • In het veldonderzoek was betaling van het juiste loon niet in alle gevallen met zekerheid vast te stellen, en er zijn negatieve afwijkingen geconstateerd. Waadi-naleving kan afgaand op dit onderzoek niet als vanzelfsprekend worden beschouwd;
  • De door het Rijk gehanteerde terminologie ‘inspanningsverplichting’ versus ‘resultaatverplichting’ helpt de eenduidige vaststelling van leiding en toezicht niet;
  • Op dit moment vindt door het Rijk geen actieve monitoring plaats specifiek op het onderwerp ‘juiste beloning van externe arbeidskrachten’. Het Rijk is ook niet goed toegerust om snel onderzoek uit te voeren naar risico’s van onjuiste beloning doordat de verantwoordelijkheid hieromtrent niet eenduidig is belegd, zij niet beschikt over volledige informatie en ook geen nadere afspraken hieromtrent heeft gemaakt met leveranciers.
Handelingsperspectieven

Naar aanleiding van het onderzoek gaven wij het Rijk het volgende handelingsperspectief mee:

  • Sla een brug tussen HR en inkoop: Zorg dat het personeelsbeleid en het inkoop- en inhuurbeleid van het Rijk goed op elkaar afgestemd zijn, zodat goed opdrachtgeverschap beter wordt verankerd in de praktijk.
  • Informeer duidelijk over gelijke beloning: Vraag het categoriemanagement om opdrachtgevers en opdrachtnemers goed te informeren over wat er van hen verwacht wordt rondom gelijke beloning.
  • Veranker beleid in inkoopdocumenten: Zorg dat het inhuurbeleid duidelijk is vastgelegd in inkoopdocumenten en contracten, en zorg voor goed contract- en leveranciersmanagement na gunning.
  • Geef duidelijkheid over leiding en toezicht: Vraag opdrachtgevers binnen het Rijk om duidelijk te maken waar “leiding en toezicht” ligt op externe arbeidskrachten en welke arbeidsvoorwaarden gelden voor vergelijkbare functies.
  • Bespreek juiste beloning met werkgevers: Maak het thema van juiste beloning van externe arbeidskrachten bespreekbaar met werkgevers in de betreffende arbeidsmarktsectoren.
  • Onderzoek een bijdrage via de Code Verantwoordelijk Marktgedrag: Kijk of de inhuur, detachering en professionele dienstenbranches kunnen worden opgenomen in de Code Verantwoordelijk Marktgedrag.
Rapport in de Tweede Kamer

Lees het hele rapport hier: Onderzoek naar Goed Opdrachtgeverschap

Het rapport is maandag 17 juni jl. door Minister De Jonge van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer aangeboden: Kamerbrief over verbeteren goed opdrachtgeverschap bij inhuur arbeidskrachten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl